Lier, 29 maart 2025: in het Atheneum Lier, campus Arthur Vanderpoorten, werd een huldebetoon gehouden voor Arthur Vanderpoorten in aanwezigheid van de voltallige familie en heel wat genodigden. Arthur Vanderpoorten was de vader van Herman Vanderpoorten en grootvader van Marleen Vanderpoorten en Patrick Dewael.
Op 3 april 1945 overleed Arthur Vanderpoorten in het concentratiekamp Bergen Belsen amper 12 dagen voor de bevrijding van het kamp door Britse troepen. 80 jaar later brachten de verenigingen Recht&Vrijheid en Willemsfonds Lier hulde aan deze bijzondere staatsman. Met de plechtige herdenking in de instelling die zijn naam draagt wordt tevens de herinnering aan de verschrikkelijke periode van WOII in onze geschiedenis levendig gehouden.
In haar toespraak verwees Christel Van den Plas naar de talrijke gewapende conflicten vandaag en op de huidige situatie in Amerika waar een narcist democratisch Europa de rug toekeert en een handelsoorlog ontketent. “De wereld staat op zijn kop. Diaspora en kolonialisme ten top.”
Peter Vanderpoorten ging dieper in op het leven en werk van zijn grootvader Arthur die hij helaas nooit heeft gekend. Arthur Vanderpoorten werd in Puurs geboren op 17 februari 1884. Gehuwd in 1918 vestigde hij zich al spoedig met zijn gezin in Lier. Professioneel startte hij zijn carrière als handelsvertegenwoordiger en was hij actief in het bestuur van het Willemsfonds Lier en de Koninklijke Lierse Turnkring. Hij trok ook het leiderschap van de Lierse liberale familie tot zich.
Hij werd voorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond van 1923 tot 1926, werd in 1936 provinciaal senator en in 1939 senator waarbij hij vooral aandacht had voor de democratisering van het onderwijs, gezondheidszorg en de toepassing van de taalwetten. In juli 1937 werd de wet Arthur Vanderpoorten van kracht die bepaalt dat de staat zelf voortaan de uitgaven voor schoolgebouwen van het rijksonderwijs op zich neemt.
In 1939 werd hij opgenomen in de regering Pierlot II als minister van Openbare Werken en Werkverschaffing. Van 1940 tot 1943 was hij minister van Binnenlandse Zaken in die regering Pierlot III.
Na het uitbreken van WO II in mei 1940 hielp hij Belgische vluchtelingen in de niet-bezette Franse zone. Op 4 januari 1943 werd hij in Pont-de-Claix door de Gestapo aangehouden, gevangen gezet in Fresnes-bij-Parijs. Nadien werd hij getransporteerd naar de kampen van Buchenwald, Oraniënberg-Sachsenhausen en Bergen Belsen, waar hij op 3 april 1945 aan tyfus overleed.
Ook zijn achterkleinzoon, die zijn naam draagt, bracht een oprecht huldebetoon. “Als kind groeide ik op met verhalen over mijn grootvader. Over wat hij bereikt heeft, waar hij voor stond. Ik begreep hoe belangrijk het is te blijven herinneren. Vergeten is geen optie. We moeten blijven waken over de vrijheden waarvoor hij en zovele anderen gevochten hebben.”
Dankzij mensen zoals hij kan ik vandaag vrijuit spreken. Dankzij hem start ik mijn leven met dezelfde kansen als ieder ander kind, ondanks mijn beperkingen.”
De herdenking werd afgesloten met een bloemenhulde bij het standbeeld van Arthur Vanderpoorten
(MSL/foto’s SDW)